Trainer MA1 Spirit
Erik van Gelder

“Via mijn club heb ik gratis een VOG aangevraagd. Een erkend bewijs van goed gedrag. Het geeft aan dat mijn verleden geen probleem vormt om als trainer actief te zijn. Wat voor mij de belangrijkste reden was om een VOG aan te vragen, is dat het goed is voor club. Als alle vrijwilligers een VOG hebben, laat je als club zien dat je serieus werkt maakt van een veilige sportomgeving. Dat is een geruststelling voor leden en ouders.”

Een VOG geeft meer zekerheid over het verleden van (nieuwe) trainers, coaches, begeleiders, verzorgers of vrijwilligers in andere functies. De kans dat personen die eerder in de fout zijn gegaan een functie op de club kunnen vervullen, wordt daardoor aanzienlijk verkleind. Door je vrijwilligers om een VOG te vragen, creëer je een veilige sportomgeving op de club. Dat is voor iedereen prettig, niemand zit op gedoe en schandalen te wachten.

Tegelijkertijd laat je als club zien dat je sociale veiligheid op de club belangrijk vindt. Door als vereniging een VOG te verlangen van iedereen die in zijn werk als vrijwilliger in aanraking komt met minderjarigen, mensen met een verstandelijke beperking of andere kwetsbare groepen, geef je een duidelijk signaal af: hier doe je normaal. Anders: wegwezen! Da’s prettig voor alle leden en een veilig gevoel voor ouders van kwetsbare sporters.

Om als vereniging in aanmerking te komen voor de gratis VOG, moet er sprake zijn van een duidelijk omschreven beleid op het gebied van preventie, integriteit en sociale veiligheid en een daarop afgestemd aannamebeleid. Dat beleid wordt vastgelegd in een gedragscode.

“Via mijn club heb ik gratis een VOG aangevraagd. Een erkend bewijs van goed gedrag. Het geeft aan dat mijn verleden geen probleem vormt om als trainer actief te zijn. Wat voor mij de belangrijkste reden was om een VOG aan te vragen, is dat het goed is voor club. Als alle vrijwilligers een VOG hebben, laat je als club zien dat je serieus werkt maakt van een veilige sportomgeving. Dat is een geruststelling voor leden en ouders.”

Erik van Gelder