“Onze beroepskracht is gestart. Hoe kunnen we nu het beste onze weg vinden in de rol van werkgever en werknemer?”

Goed werkgever zijn

“Ik denk dat, doordat ik er ben, de bestuurders meer aan het besturen zijn dan een jaar geleden, maar die bestuurder moet dat ook wel gaan doen. De valkuil van de bestuurder is nog steeds heel praktisch en met morgen bezig zijn. Die moet ook echt wel afstand gaan nemen en gaan besturen en tegen de professional zeggen: waar staan we nu na twee maanden? Wat gaat goed, wat gaat niet goed? Wat zijn de prioriteiten voor de komende twee maanden”?

Verenigingsmanager samenwerkingsverband volleybalverenigingen Rotterdam

Zoals vermeld is het een optie voor jullie club om de beroepskracht in dienst te nemen of als zzp’er in te huren. In dat geval is het ook van belang om je te buigen over een goede invulling van jullie rol als werk- of opdrachtgever.

Faciliteer ontwikkeling en werkplezier!
Je wilt als club een duurzame werkrelatie opbouwen met de beroepskracht en je vrijwilligers. Daarvoor zijn persoonlijke ontwikkeling en werkplezier cruciaal. Als werkgever kun je hierin faciliteren. Zorg dat er veel informele gesprekken en andere contactmomenten zijn, zodat je goed op de hoogte bent van wat iemand drijft en wat er speelt. Het kan als eenzame functie worden gevoeld, maar dit kun je als bestuur tegengaan door goed te observeren en te luisteren.

Wijs een bestuurslid (of twee) aan als aanspreekpunt voor de beroepskracht. Het is statutair gezien niet mogelijk dat de beroepskracht onderdeel is van het bestuur. De beroepskracht kan wel bij de bestuursvergaderingen aanwezig zijn om tussentijdse resultaten voor te leggen of op een andere manier inbreng te hebben. Leg zoveel mogelijk verantwoordelijkheid bij de beroepskracht zelf, dit verhoogt zijn betrokkenheid en zorgt voor meer resultaten. Laat de beroepskracht vooral ook meebepalen welke onderwerpen er op de agenda komen in de (in)formele gesprekken.

De meeste werknemers willen zich kunnen ontwikkelen, doorgroeien. Als dit niet kan binnen jouw sportclub, bestaat de kans dat de beroepskracht na een paar seizoenen stopt. Dat is voor de stabiliteit van je club niet goed. Neem haar/zijn ontwikkelperspectief serieus. Wees daarbij eerlijk, transparant en reëel

Daarnaast is het noodzakelijk om een aantal formele gesprekken te hebben per seizoen:

  • Startgesprek: dit gesprek vindt plaats voordat de beroepskracht daadwerkelijk begint met zijn functie. Maak procesmatige en inhoudelijke afspraken met elkaar en bepaal de doelstellingen en resultaten voor het komende seizoen.

  • Tussentijds gesprek: halverwege het seizoen heb je een gesprek waarin je bespreekt wat goed gaat, wat beter kan en of de beroepskracht op koers ligt met zijn planning.

  • Evaluatie- en toekomstgesprek: aan het einde van het seizoen evalueer je het seizoen; wat ging er goed en zijn de doelstellingen behaald? Ook blik je vooruit op de toekomst; hoe gaat de samenwerking voortgezet worden, welke afspraken worden er gemaakt en waarin wil de beroepskracht zich eventueel ontwikkelen? Maar ook dient hierin terug te komen of het bestuur als goede werk- of opdrachtgever heeft gefunctioneerd. Is de manier van aansturing naar wens geweest of niet?