TeamNL is 365 dagen per jaar topsport. Maar TeamNL is nog veel meer. TeamNL kleurt Nederland oranje. Topsport inspireert. Steeds meer topsporters zetten hun kracht in om maatschappelijke thema’s aan te snijden. En geven zo iets terug aan Nederland. Daarbij doen ze ook nog eens werkervaring op en ontwikkelen ze bepaalde competenties. Wij juichen dit toe, maar natuurlijk alleen als de topsport dit toelaat en de sporter zich hier prettig bij voelt.

maatschappelijke inzet TeamNL

“Met de Sjinkie Foundation wil ik iets terugdoen voor de samenleving”

Sjinkie Knegt

“Iedereen zou als een topsporter behandeld moeten worden”

maatschappelijke inzet TeamNL

Eigenlijk vanaf dag één dat ik in het ziekenhuis lag, was het mijn doel om weer op het ijs te staan. Dat was een pittig traject. Ik heb acht weken in het ziekenhuis gelegen en had daarna nog zeker een jaar nodig om te herstellen. Dat ging gepaard met veel ups en downs, maar ik heb nooit mijn droom opgegeven. Ik ben blijven geloven dat het weer kon. Daar heb ik alles voor gedaan. Wat me enorm heeft geholpen, is de steun die ik heb gehad van mensen vanuit het hele land. Dat heeft me goed gedaan. Ik wilde iets terugdoen. Vanuit die gedachte is de Sjinkie Foundation opgericht. Om anderen die hetzelfde hebben meegemaakt als ik te helpen met hun terugkeer in de maatschappij. Zodat ze hun eigen dromen en doelen kunnen najagen. Ik weet uit ervaring hoe zwaar dat is. Een beetje extra steun kan geen kwaad.

Met de Sjinkie Foundation bieden we ondersteuning bij het herstel. Sporten en bewegen zijn daar belangrijke middelen bij. We organiseren activiteiten en helpen mensen door een luisterend oor te bieden. Mensen denken dat je met brandwonden heel erg beperkt wordt in je bewegingsvrijheid. Voor een deel is dat natuurlijk ook zo, maar je kunt altijd wel iets doen. Het is superbelangrijk om vroeg in het genezingsproces met bewegen te beginnen. Dat scheelt zo’n eind in het vervolg van je herstel. Als je dat mensen kunt vertellen, dat stimuleert. Bij mij zien ze ook dat het gewerkt heeft en dat ik weer op het ijs sta. Het is mooi als je op deze wijze iets voor iemand kunt betekenen.

Een tijdje terug kwamen we in contact met een jongetje dat ook in het brandwondencentrum in Groningen had gelegen en over zijn hele lichaam verbrand was. Hij had verder niets met sport, maar vond het fantastisch dat ik daar ook had gelegen. Hij wilde graag een keer naar een wedstrijd van mij komen kijken. Dat zou tijdens de wereldbeker in Dordrecht zijn. Vanwege corona ging dat niet door. Er mocht geen publiek bij aanwezig zijn. Later is hij bij een training in Heereveen komen kijken en hebben we met elkaar gesproken. Dat vond hij te gek. Hij zag mij bezig en dacht: Als Sjinkie kan herstellen, kan ik het ook. Hij was via het brandwondencentrum met ons in contact gekomen. De artsen daar hadden hem over de Sjinkie Foundation verteld. Met het brandwondencentrum hebben we goed contact. De lijntjes zijn kort.

Wat ik zou willen, is dat iedereen als een topsporter behandeld wordt. Van de artsen kreeg ik te horen dat ik wel op een andere manier behandeld werd dan iemand die geen topsporter is. Bij mij werd er heel goed nagedacht, overlegd en besproken wat we gingen doen: ‘Hé, hij wil straks weer schaatsen en naar de Olympische Spelen. Op sommige plekken is zijn huid verbrand. Die plekken zijn heel cruciaal voor het schaatsen. Daar moeten we iets meer aandacht aan besteden.’ In die zin waren de artsen in het ziekenhuis ook bezig met de Olympische Spelen in Beijing. Mooi natuurlijk. Maar voor anderen zou het ook zo moeten zijn. De Sjinkie Foundation maakt ze daar bewust van. Ik ben het uithangbord daarvan, dat is logisch, maar mijn focus ligt in eerste instantie wel op mijn topsportcarrière.

Mijn doel voor nu is meedoen aan de grote internationale toernooien, het EK en WK. Het grote doel is Milaan 2026. En dan is het denk ik wel mooi geweest. Dan ben ik 36. Ik ben een liefhebber en zou het liefst zo lang mogelijk doorgaan, maar je moet een keer stoppen. Het zou mooi zijn als dat kan met een gouden medaille. Die heb ik nog niet. Op de individuele nummers wordt dat heel lastig, maar op de relay kan het altijd. Charles Hamelin won met Canada ook goud op de relay op zijn 36ste. Ik ga ervoor. Met de support van mijn artsen. Af en toe krijg ik nog berichtjes van ze en wensen ze me succes.”

Sjinkie Knegt

“Het was een pittig traject, dat gepaard ging met veel ups en downs, maar ik heb nooit mijn droom opgegeven”

“Nadat ik hersteld was van mijn brandwonden en ik klaar was om weer te racen, kwam alles stil te liggen door corona. Voor Beijing 2022 heb ik daardoor maar een paar wedstrijden gereden. Dat is eigenlijk te weinig. Je hebt wedstrijden nodig om optimaal te kunnen presteren op de Spelen. Hoe dan ook, ik was superblij dat ik erbij was. Helaas vielen de resultaten wat tegen. Ik had meer verwacht van de relay-nummers. Bij de mixed relay ging Suzanne onderuit en bij de mannen-relay werden we op de streep geklopt. We hadden twee keer een medaille moeten pakken. Maar het is niet anders. Nu staan we voor een nieuw seizoen. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. We gaan er gewoon weer voor. Ik heb er zin in.

Het liefste wat Sjinkie Knegt doet, is over het ijs scheren. In januari 2019 kwam daar een eind aan. Hij raakte ernstig gewond, nadat hij zijn houtkachel aanstak en zijn kleding in brand vloog. Een lang en zwaar revalidatietraject volgde. De steun die hij uit de samenleving kreeg, was hartverwarmend. Anderen die hetzelfde hebben meegemaakt als hij, verdienen die steun ook. Vanuit die gedachte werd de Sjinkie Foundation opgericht.

“Met de Sjinkie Foundation wil ik iets terugdoen voor de samenleving”

maatschappelijke inzet TeamNL

“Als je je ergert aan alle rommel die je tegenkomt, dan kun je het beter zelf oprapen en verzamelen”

Sanne van Dijke

“Het begon met mijn moeder en mijn broer, die wilden fit blijven”

“Het is jij en ik tegenover elkaar op de mat. Kijken wie het sterkste is”

Door corona was het ook een ander toernooi dan anders. Zonder publiek maakt echt een groot verschil, hoorde ik van iedereen die al eerder op de Spelen was uitgekomen. Dat is natuurlijk zo, maar persoonlijk had ik er geen moeite mee. Ik ben topsporter. Ik was er om een medaille te winnen. Uiteindelijk vond ik het ook wel goed zo. Geen publiek, geen gekte, geen gedoe, geen show. Het is jij en ik tegenover elkaar op de mat. Kijken wie het sterkst is. Dat is judo in zijn puurste vorm. Alles eromheen is bijzaak en boeit me niet. Het gaat me om winnen en de beste zijn. Kijken hoever we komen in 2024 in Parijs, al moet ik me natuurlijk eerst kwalificeren.

Of ik afval prikken leuk vind? Ik houd gewoon van wandelen en ben graag lekker buiten in de natuur. Het is alleen een bende. Vroeger toen ik zelf nog op de middelbare school zat, kwam je al van alles tegen. Lege zakken chips, blikjes. Ik dacht: Dat doen mensen toch niet meer? Maar helaas. Als je je ergert aan alle rommel die je tegenkomt, dan kun je het beter zelf oprapen en verzamelen. Zo ben ik begonnen. Met tuinhandschoenen en een plastic zak. Later bleek dat mijn gemeente, Bernheze, daar al mee bezig was. Samen met mijn moeder heb ik me aangemeld. We kregen een jasje en vuilniszakken. Die worden opgehaald als ze vol zijn. Ik doe het graag. Als topsporter ben je vrij egoïstisch bezig. Zo kun je nog iets voor de samenleving betekenen.

Toen de coronacrisis net was begonnen en we niet meer mochten trainen op Papendal, heb ik sporttrainingen aangeboden voor mensen in mijn dorp. Ik moest iets doen. Stilzitten is niet mijn sterkste kant. Het begon met mijn moeder en mijn broer, die fit wilden blijven. We zijn aan de slag gegaan met steppen, sportelastieken en skippyballen. Dat beviel zo goed, dat ik sport ging aanbieden voor iedereen in het dorp die wilde. Voor de mensen die het niet konden betalen, deed ik het gratis. En met het geld van de mensen die wel konden betalen, heb ik tegoedbonnen van lokale restaurants gehaald. Die deelde ik uit aan zorgmedewerkers van het verzorgingstehuis in Heeswijk. Zij hebben zo veel voor hun kiezen gehad. Dat doet je beseffen dat er meer is dan sport alleen. Net als het verlies van mijn broer Steef door zelfdoding. Dan is even niks belangrijk meer. Na Tokyo heb ik een marathon gelopen om geld op te halen voor 113 Zelfmoordpreventie, en om suïcidale gedachten bespreekbaar te maken.

Maatschappelijk betrokken ben ik altijd geweest. We hadden het thuis vaak over politiek. Over hoe een samenleving eruit zou moeten zien. Als je dan wat ouder wordt, ga je je eigen rol in de wereld zien en daarnaar handelen. Het is dan ook geen toeval dat ik een opleiding volg tot docent maatschappijleer. Ik ben er nog één of twee jaar mee bezig, denk ik. Het is wel een studie die lastig te combineren is met topsport. Alle inhoudelijke vakken heb ik gemakkelijk gehaald. Het lesgeven, het fysiek aanwezig zijn, is een probleem. Ik moet nog verschillende stageopdrachten uit het derde en vierde jaar doen. Dat komt wel goed. Maar mijn primaire focus voor nu ligt op de mat. En af en toe doe ik er nog iets naast. Voor de Nationale Sportweek heb ik een judoclinic gegeven. Dat is superleuk om te doen. En het is voor een goed doel: kinderen, volwassenen, ouderen inspireren om te sporten en te bewegen. Daar wordt iedereen beter van.”

“Na de Spelen heb ik een adempauze van drie maanden genomen. Dat had ik nodig, de geest was moe. Ik heb veel met vrienden afgesproken en ben twee keer op vakantie geweest. Op een gegeven moment vond ik het wel mooi. Ik ben niet iemand om thuis te zitten. Nu ben ik weer lekker aan het trainen. Ik kijk met een goed gevoel terug op Tokyo. Brons is mooi, maar ik ging voor goud. Dat had gekund. Wat ik echt jammer vind, is dat we als team geen medaille hebben gepakt. We waren zo dichtbij. Dan ga je als judoploeg toch even lekkerder naar huis. We hebben er niet uit gehaald wat erin zat. Soms moet het ook gewoon even meezitten.

De aanloop naar Tokyo was bijzonder. De schrik zat er vanwege corona goed in. Ik was echt supervoorzichtig. Misschien was ik in dat opzicht wel de meest panische van de ploeg. Vanaf acht maanden voor de Spelen heb ik niemand binnen gezien, behalve dan bij het trainen. Ik ben niet naar mijn moeder geweest, ik kwam niet in restaurants en ik sprak niet af bij vriendinnen thuis. Ik ging alleen buiten wandelen met mensen en koffiedrinken op twee meter afstand. Ik wilde hoe dan ook geen corona krijgen. Straks glippen de Spelen nog door je vingers. Je weet ook niet voor wie of wat je moet waken.

Twee mannen of twee vrouwen tegenover elkaar op de mat en dan kijken wie het sterkst is. Dat is judo in zijn puurste vorm, vindt Sanne van Dijke. Alles eromheen is in feite bijzaak. Het publiek miste ze daarom niet in Tokio. Al vond ze het maar wat prettig om haar bronzen medaille met vrienden en familie te vieren tijdens het TeamNL Olympic Festival in Scheveningen. Hoe gefocust ze ook is op zichzelf bij het sporten, maatschappelijk laat ze een heel andere kant van zichzelf zien.

Sanne van Dijke

“Als je je ergert aan alle rommel die je tegenkomt, dan kun je het beter zelf oprapen en verzamelen”

maatschappelijke inzet TeamNL

“Honkbal heeft me veel gegeven, dat wil ik doorgeven”

Kalian Sams

“Het is goed om die kids in beweging te krijgen”

“Iedereen verdient een kans in het leven, ook een tweede”

Wat de sport me heeft gegeven, wat ik geleerd heb, dat wil ik graag doorgeven. Daarom ben ik me nu aan het oriënteren op een maatschappelijke carrière na het sporten. Ik vind het leuk om met jongeren te werken en ze op het goede pad te krijgen én te houden. De afgelopen jaren heb ik me daarvoor ingezet. Ik heb jongeren begeleid die op bijzondere scholen zitten, gericht op kinderen met gedragsproblemen en een moeilijke thuissituatie. Zij zijn eerder in de fout gegaan. Dan ga je met ze praten. ‘Iedereen verdient een tweede kans’, houd ik ze voor. ‘Geloof in jezelf, geloof in je dromen en ga er achteraan.’ Eén jongen die ik begeleid, heeft een serieus crimineel verleden. Nu gaat hij weer naar school. Hij heeft een woning en een bijbaan. Dat geeft voldoening.

Als ik klaar ben met honkbal, wil ik daarmee verder. De groepsprogramma’s TeamNL@work | Personal branding en TeamNL@work | Ondernemen: iets voor jou?, waar ik heb geleerd hoe je jezelf kunt positioneren en profileren, gaan me helpen als ik straks echt voor mezelf aan de slag ga. Daar ben ik ook Celeste Plak tegengekomen, de volleybalster. Samen hebben we bedacht hoe we jongeren in beweging konden krijgen. Daar zijn de Holendrecht Games uit voortgekomen. Jongeren konden allerlei verschillende activiteiten doen. Basketbal, boksen, straathonkbal, zingen. Dat smaakt naar meer.

Maatschappelijk betrokken ben ik altijd geweest. Dat komt voor een deel vanuit mijn jeugd. Als kind kwam ik vaak bij mijn neven in de Bijlmer in Amsterdam. Dat was best een heftige omgeving. Tegelijkertijd zag ik veel jongens en meiden met talent. Ze konden goed voetballen, zingen, dansen of wat dan ook. Op een gegeven moment haakten ze af en gingen ze de verkeerde dingen doen. Zonde! Als je talent hebt, moet je er iets mee doen. Ik heb mijn carrière in het honkbal gevonden en ben zo doorgegroeid. Zo moet het voor iedereen zijn. Ik heb dat altijd in gedachten gehouden: Er is zo veel talent. Als ik ooit in de positie kom dat ik die jongeren kan helpen, dan doe ik dat. Straks, als ik klaar ben met honkballen, stort ik me daar fulltime op. Ik wil mijn verhaal gaan doen bij bedrijven en scholen, over hoe ik heb geleerd om te falen en juist daardoor ben gegroeid en succesvol ben geworden. Daar koppel ik een honkbalclinic aan vast.

Ik ben gevraagd om mij namens TeamNL maatschappelijk in te zetten voor de Gezonde Generatie, een initiatief om in 2040 in Nederland de gezondste jeugd in de wereld te hebben. We zijn naar een aantal scholen geweest en zijn met die leerlingen gaan sporten, lopen, rennen. Het is goed om die kids in beweging te krijgen. Om ze bewust te maken van het belang ervan. Dat is nodig. Wij waren vroeger altijd buiten. Spelen, hutten bouwen, noem maar op. Nu kijken veel kids de hele dag op hun telefoon of ze zijn aan gamen met cola en roze koeken of appelflappen. Eén jongen had vier blikjes Red Bull bij zich. Ik zei: ‘Wat ga je daarmee doen?’ ‘Opdrinken.’ ‘Niet allemaal vandaag toch?’ ‘Jawel, iedere dag voor drie uur ’s middags zijn ze op.’ Ongelooflijk. Mijn eigen kinderen krijgen doordeweeks geen zoetigheid. Ze moeten niet aan suikers wennen, dat is een killer. Ik wil dat ze gezond opgroeien. Die wens heb ik voor alle kinderen. Daarom moeten we ze een goede basis bijbrengen.”

“Honkbal heeft me veel gegeven. In de eerste plaats plezier. Het is een fantastische sport. Daarnaast heb ik van alles mogen meemaken. Maar ik ben nog niet klaar. Ik wil nog twee of drie jaar door. Kijk ik nu al achterom, dan zie ik een mooie topsportcarrière. Ik kijk daar met trots naar. En met een glimlach. Op mijn negentiende tekende ik een profcontract bij Seattle Mariners. Een droom die uitkwam, ik was zo trots als een pauw. Het WK honkbal winnen met Nederland in 2011 was een absoluut hoogtepunt. Net als Andruw Jones binnenslaan tijdens de World Baseball Classic 2013 dat was. Toen was hij mijn teamgenoot, vroeger hing hij boven mijn bed. Dat je op een dag samen met je idool in een team speelt, dat is kippenvel. De geboorte van mijn zoon was dat ook. Dat was op dezelfde dag als de finale van het EK honkbal in 2016. Gelijk na de geboorte reed ik met 160 kilometer per uur van Den Haag naar Hoofddorp, waar de finale werd gespeeld. De zesde inning was al bezig toen ik aankwam. Het publiek gaf me een staande ovatie. Even later waren we Europees kampioen. Een onvergetelijke ervaring.

Na een mooie carrière in het buitenland bij clubs als Seattle Mariners, San Diego Padres, Texas Rangers en Québec Capitales, keerde honkballer Kalian Sams in 2019 terug naar Nederland. Hij tekende een contract bij L&D Amsterdam Pirates en won twee keer achter elkaar de Holland Series. Sams is altijd maatschappelijk betrokken geweest. Het geeft hem voldoening om jongeren te begeleiden en ze te helpen het beste uit zichzelf te halen. Na zijn honkbalcarrière gaat hij daar fulltime mee aan de slag.

Kalian Sams

“Honkbal heeft me veel gegeven, dat wil ik doorgeven”

maatschappelijke inzet TeamNL

“Het is te gek als mensen gaan sporten, zien dat het kan en een glimlach op hun gezicht krijgen”

“Ik wil sport voor iedereen toegankelijk maken”

Het idee was om met Beijing 2022 mijn sportcarrière af te sluiten. Inderdaad, in de sneeuw. Na Rio heb ik me toegelegd op zitskiën. Ik wilde de eerste Nederlandse paralympiër worden met een medaille op zowel de Zomer- als de Winterspelen. Het werd een teleurstelling. Ik kwam voor drie medailles en ging er met nul naar huis. De kater was en is enorm. Ik plak er nu nog een paralympische cyclus aan vast. Dat had ik eigenlijk voor de Spelen al besloten. Wat ik nu doe, vind ik het mooiste wat er is. Ik reis over de wereld en mag op de mooiste plekken skiën. En ik merk dat ik nog steeds beter word. Ik zou wel gek zijn als ik mijn kantoor in de sneeuw zou opgeven voor een kantoor met vier muren. Een belangrijke overweging is ook dat ik als topsporter anderen kan inspireren om te gaan sporten. Of je nu een beperking hebt of niet, ik vind dat iedereen moet kunnen sporten. Het is leuk, het houdt je fit en het geeft je energie. Je leven wordt er rijker en beter van.

Via TeamNL@work heb ik het groepsprogramma Personal branding gevolgd. Je kijkt dan naar jezelf als merk. Wat vind je belangrijk, hoe wil je jezelf verkopen, waar kom je je bed voor uit? Ik wil sport voor iedereen toegankelijk maken en zo veel mogelijk mensen aan het sporten en bewegen krijgen. De een heeft daar een duwtje voor nodig, de ander een schop onder zijn kont. Als ik naar mezelf kijk, laat ik me door niks tegenhouden. Naast het trainen op Papendal, waar ik drie dagen in de week zit, train ik ook op een sportschool in Rotterdam. Daar hadden ze nog nooit iemand met een rolstoel gezien. ‘Wat kom jij doen?’, klonk het dan. ‘Wat dacht je? Sporten.’ Nu is iedereen het gewend. Ik doe gewoon aan alles mee, bodypumpen, yoga, boksen. En als ik een oefening niet kan doen, verzin ik wel wat anders. Bokstraining is zo lekker. Jezelf een uur lang helemaal leeg rammen. En blijven nadenken, ook als je niet meer kunt. Links, rechts, uppercut. Op een gegeven moment weet je niet meer hoe het zit. Je moet blijven focussen.

Om mijn steentje bij te dragen en zo veel mogelijk mensen aan het sporten te krijgen, ben ik ambassadeur geweest van verschillende initiatieven en stichtingen. Wings for Life, een initiatief dat geld ophaalt voor onderzoek naar dwarslaesies, vind ik echt een fantastisch evenement. Op één dag in het jaar wordt er over de hele wereld op precies hetzelfde moment hardgelopen. In Nederland starten we bijvoorbeeld om één uur ’s middags. In Australië is het dan al donker en lopen ze met een lampje. Het leuke is ook dat je je niet opgeeft voor een afstand. Je start en na een halfuur gaat de finishlijn in de vorm van een auto rijden. Als die je inhaalt, heb je de finish gehaald en ben je klaar. In Nederland was het altijd in Breda. Dat was echt gaaf. Op het plein in het centrum had je een groot scherm en kon je andere lopers van over de hele wereld volgen. Je voelde je verbonden met elkaar. Door corona is het event vervallen, nu kun je het met een app doen.

Verbondenheid voel ik ook bij de Dirk Kuyt Foundation. Sinds 2016 ben ik ambassadeur, en sinds kort bestuurslid. We maken sporten voor mensen met een beperking bereikbaar. Het is te gek als mensen gaan sporten, zien dat het kan en een glimlach op hun gezicht krijgen. Dat ik bestuurslid ben geworden, vind ik verrassend. Ik dacht altijd: Als je gaat besturen, duurt het heel lang voor er wat gebeurt. En je moet politiek correct zijn. Dat zijn niet mijn sterkste kanten. Ik ben een flapuit en recht voor z’n raap. Hop hop hop, kunnen we even doorpakken?! Door het groepsprogramma Internationaal besturen van TeamNL@work ben ik er net iets anders over gaan denken. Dat was heel leuk en leerzaam. Ik weet nu iets beter wat besturen inhoudt. Daardoor heb ik me ook aangemeld voor de NOC*NSF Atletencommissie. In maart 2022 ben ik gekozen. Ik heb Communicatie en Paralympisch in mijn portefeuille zitten. In de loop der jaren heb ik veel kennis en ervaring opgedaan. Dat wil ik graag teruggeven aan de sport.”

“In 2006 ging het fout. Ik had een motorongeluk en liep een dwarslaesie op. Het eerste wat ik dacht, was: Als ik maar kan blijven sporten, dan komt het wel goed met me. Sport is mijn lust en mijn leven. Voor mijn ongeluk deed ik aan polsstokhoogspringen, op nationaal niveau. Ik trainde zes dagen in de week. Een machtig mooie sport. De stok in het gat, de spanning die zich opbouwt, de zwiep over de lat en dan… de vrije val naar beneden. Het wereldrecord bij de mannen staat op 6,21 meter. Dan ben je echt even onderweg. Heerlijk. Na mijn ongeluk ben ik gaan uitzoeken welke sport ik kon gaan doen en wat ik leuk vond. Dat werd rolstoelbasketbal. Al snel ging het vrij goed. Mijn coach vroeg: ‘Zal ik je voorstellen aan het Nederlands team?’ Dan zeg ik geen nee natuurlijk. Dan ga ik er alles aan doen om erbij te komen. Kom maar op! In 2008 ging ik naar de Spelen van Beijing. Daarna volgden Londen en Rio, waar we beide keren brons wonnen.

De paralympische droom van Barbara van Bergen is om als eerste Nederlandse paralympiër een medaille te halen op zowel de Zomer- als de Winterspelen. De zomer is gecoverd. In Londen en Rio won ze brons met het Nederlands rolstoelbasketbalteam. In de sneeuw lukte het vooralsnog net niet. Bij het zitskiën in Beijing greep ze drie keer naast de medailles. Dat kwam hard aan, maar ze gaat door. Het woord opgeven kent ze niet. Tegelijkertijd zet ze zich in om sport toegankelijk te maken voor iedereen. Want van sport wordt je leven rijker en beter.

Barbara van Bergen

“Hop hop hop, kunnen we even doorpakken?!”

TeamNL is 365 dagen per jaar topsport. Maar TeamNL is nog veel meer. TeamNL kleurt Nederland oranje. Topsport inspireert. Steeds meer topsporters zetten hun kracht in om maatschappelijke thema’s aan te snijden. En geven zo iets terug aan Nederland. Daarbij doen ze ook nog eens werkervaring op en ontwikkelen ze bepaalde competenties. Wij juichen dit toe, maar natuurlijk alleen als de topsport dit toelaat en de sporter zich hier prettig bij voelt.

Maat-
schappelijke inzet TeamNL

“Iedereen zou als een topsporter behandeld moeten worden”

Eigenlijk vanaf dag één dat ik in het ziekenhuis lag, was het mijn doel om weer op het ijs te staan. Dat was een pittig traject. Ik heb acht weken in het ziekenhuis gelegen en had daarna nog zeker een jaar nodig om te herstellen. Dat ging gepaard met veel ups en downs, maar ik heb nooit mijn droom opgegeven. Ik ben blijven geloven dat het weer kon. Daar heb ik alles voor gedaan. Wat me enorm heeft geholpen, is de steun die ik heb gehad van mensen vanuit het hele land. Dat heeft me goed gedaan. Ik wilde iets terugdoen. Vanuit die gedachte is de Sjinkie Foundation opgericht. Om anderen die hetzelfde hebben meegemaakt als ik te helpen met hun terugkeer in de maatschappij. Zodat ze hun eigen dromen en doelen kunnen najagen. Ik weet uit ervaring hoe zwaar dat is. Een beetje extra steun kan geen kwaad.

Met de Sjinkie Foundation bieden we ondersteuning bij het herstel. Sporten en bewegen zijn daar belangrijke middelen bij. We organiseren activiteiten en helpen mensen door een luisterend oor te bieden. Mensen denken dat je met brandwonden heel erg beperkt wordt in je bewegingsvrijheid. Voor een deel is dat natuurlijk ook zo, maar je kunt altijd wel iets doen. Het is superbelangrijk om vroeg in het genezingsproces met bewegen te beginnen. Dat scheelt zo’n eind in het vervolg van je herstel. Als je dat mensen kunt vertellen, dat stimuleert. Bij mij zien ze ook dat het gewerkt heeft en dat ik weer op het ijs sta. Het is mooi als je op deze wijze iets voor iemand kunt betekenen.

Een tijdje terug kwamen we in contact met een jongetje dat ook in het brandwondencentrum in Groningen had gelegen en over zijn hele lichaam verbrand was. Hij had verder niets met sport, maar vond het fantastisch dat ik daar ook had gelegen. Hij wilde graag een keer naar een wedstrijd van mij komen kijken. Dat zou tijdens de wereldbeker in Dordrecht zijn. Vanwege corona ging dat niet door. Er mocht geen publiek bij aanwezig zijn. Later is hij bij een training in Heereveen komen kijken en hebben we met elkaar gesproken. Dat vond hij te gek. Hij zag mij bezig en dacht: Als Sjinkie kan herstellen, kan ik het ook. Hij was via het brandwondencentrum met ons in contact gekomen. De artsen daar hadden hem over de Sjinkie Foundation verteld. Met het brandwondencentrum hebben we goed contact. De lijntjes zijn kort.

Wat ik zou willen, is dat iedereen als een topsporter behandeld wordt. Van de artsen kreeg ik te horen dat ik wel op een andere manier behandeld werd dan iemand die geen topsporter is. Bij mij werd er heel goed nagedacht, overlegd en besproken wat we gingen doen: ‘Hé, hij wil straks weer schaatsen en naar de Olympische Spelen. Op sommige plekken is zijn huid verbrand. Die plekken zijn heel cruciaal voor het schaatsen. Daar moeten we iets meer aandacht aan besteden.’ In die zin waren de artsen in het ziekenhuis ook bezig met de Olympische Spelen in Beijing. Mooi natuurlijk. Maar voor anderen zou het ook zo moeten zijn. De Sjinkie Foundation maakt ze daar bewust van. Ik ben het uithangbord daarvan, dat is logisch, maar mijn focus ligt in eerste instantie wel op mijn topsportcarrière.

Mijn doel voor nu is meedoen aan de grote internationale toernooien, het EK en WK. Het grote doel is Milaan 2026. En dan is het denk ik wel mooi geweest. Dan ben ik 36. Ik ben een liefhebber en zou het liefst zo lang mogelijk doorgaan, maar je moet een keer stoppen. Het zou mooi zijn als dat kan met een gouden medaille. Die heb ik nog niet. Op de individuele nummers wordt dat heel lastig, maar op de relay kan het altijd. Charles Hamelin won met Canada ook goud op de relay op zijn 36ste. Ik ga ervoor. Met de support van mijn artsen. Af en toe krijg ik nog berichtjes van ze en wensen ze me succes.”

“Nadat ik hersteld was van mijn brandwonden en ik klaar was om weer te racen, kwam alles stil te liggen door corona. Voor Beijing 2022 heb ik daardoor maar een paar wedstrijden gereden. Dat is eigenlijk te weinig. Je hebt wedstrijden nodig om optimaal te kunnen presteren op de Spelen. Hoe dan ook, ik was superblij dat ik erbij was. Helaas vielen de resultaten wat tegen. Ik had meer verwacht van de relay-nummers. Bij de mixed relay ging Suzanne onderuit en bij de mannen-relay werden we op de streep geklopt. We hadden twee keer een medaille moeten pakken. Maar het is niet anders. Nu staan we voor een nieuw seizoen. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. We gaan er gewoon weer voor. Ik heb er zin in.

Het liefste wat Sjinkie Knegt doet, is over het ijs scheren. In januari 2019 kwam daar een eind aan. Hij raakte ernstig gewond, nadat hij zijn houtkachel aanstak en zijn kleding in brand vloog. Een lang en zwaar revalidatietraject volgde. De steun die hij uit de samenleving kreeg, was hartverwarmend. Anderen die hetzelfde hebben meegemaakt als hij, verdienen die steun ook. Vanuit die gedachte werd de Sjinkie Foundation opgericht.

“Het was een pittig traject, dat gepaard ging met veel ups en downs, maar ik heb nooit mijn droom opgegeven”

Geboortedatum en -plaats
5 juli 1989, Bantega

Sport
Shorttrack

Opleiding
Vmbo, Mbo Machinaal Verspanen

Maatschappelijke inzet

  • Sjinkie heeft een eigen stichting, de Sjinkie Foundation, die sport en bewegen inzet om mensen met brandwonden te helpen hun ambities waar te maken
  • Ingezet voor de Gezonde Generatie

Sportieve hoogtepunten

  • Zilver op de 1500 meter bij Olympische Spelen in Pyeongchang in 2018
  • Brons op de 1000 meter bij Olympische Spelen in Sotsji in 2014
  • Wereldkampioen in 2014 (Montreal, 5000 meter aflossing), 2015 (Moskou, klassement), 2017 (Rotterdam, 500 meter en 5000 meter aflossing)
  • Veelvoudig Europees en Nederlands kampioen

Bijzonderheden

  • Won in 2014 de eerste Nederlandse olympische shorttrackmedaille ooit
  • Wereldrecordhouder op de 1500 meter
  • Sleutelt graag aan auto’s
  • Kreeg dankzij Gamma tijdens de coronaperiode een ijsbaan in zijn achtertuin
  • In 2020 verscheen het boek Saar en Siem. Als ons huisje breekt, waarvan de opbrengst naar de Sjinkie Foundation gaat

Sjinkie Knegt

“Met de Sjinkie Foundation wil ik iets terugdoen voor de samenleving”

maatschappelijke inzet TeamNL

“Het begon met mijn moeder en mijn broer, die wilden fit blijven”

“Het is jij en ik tegenover elkaar op de mat. Kijken wie het sterkste is”

Door corona was het ook een ander toernooi dan anders. Zonder publiek maakt echt een groot verschil, hoorde ik van iedereen die al eerder op de Spelen was uitgekomen. Dat is natuurlijk zo, maar persoonlijk had ik er geen moeite mee. Ik ben topsporter. Ik was er om een medaille te winnen. Uiteindelijk vond ik het ook wel goed zo. Geen publiek, geen gekte, geen gedoe, geen show. Het is jij en ik tegenover elkaar op de mat. Kijken wie het sterkst is. Dat is judo in zijn puurste vorm. Alles eromheen is bijzaak en boeit me niet. Het gaat me om winnen en de beste zijn. Kijken hoever we komen in 2024 in Parijs, al moet ik me natuurlijk eerst kwalificeren.

Of ik afval prikken leuk vind? Ik houd gewoon van wandelen en ben graag lekker buiten in de natuur. Het is alleen een bende. Vroeger toen ik zelf nog op de middelbare school zat, kwam je al van alles tegen. Lege zakken chips, blikjes. Ik dacht: Dat doen mensen toch niet meer? Maar helaas. Als je je ergert aan alle rommel die je tegenkomt, dan kun je het beter zelf oprapen en verzamelen. Zo ben ik begonnen. Met tuinhandschoenen en een plastic zak. Later bleek dat mijn gemeente, Bernheze, daar al mee bezig was. Samen met mijn moeder heb ik me aangemeld. We kregen een jasje en vuilniszakken. Die worden opgehaald als ze vol zijn. Ik doe het graag. Als topsporter ben je vrij egoïstisch bezig. Zo kun je nog iets voor de samenleving betekenen.

Toen de coronacrisis net was begonnen en we niet meer mochten trainen op Papendal, heb ik sporttrainingen aangeboden voor mensen in mijn dorp. Ik moest iets doen. Stilzitten is niet mijn sterkste kant. Het begon met mijn moeder en mijn broer, die fit wilden blijven. We zijn aan de slag gegaan met steppen, sportelastieken en skippyballen. Dat beviel zo goed, dat ik sport ging aanbieden voor iedereen in het dorp die wilde. Voor de mensen die het niet konden betalen, deed ik het gratis. En met het geld van de mensen die wel konden betalen, heb ik tegoedbonnen van lokale restaurants gehaald. Die deelde ik uit aan zorgmedewerkers van het verzorgingstehuis in Heeswijk. Zij hebben zo veel voor hun kiezen gehad. Dat doet je beseffen dat er meer is dan sport alleen. Net als het verlies van mijn broer Steef door zelfdoding. Dan is even niks belangrijk meer. Na Tokyo heb ik een marathon gelopen om geld op te halen voor 113 Zelfmoordpreventie, en om suïcidale gedachten bespreekbaar te maken.

Maatschappelijk betrokken ben ik altijd geweest. We hadden het thuis vaak over politiek. Over hoe een samenleving eruit zou moeten zien. Als je dan wat ouder wordt, ga je je eigen rol in de wereld zien en daarnaar handelen. Het is dan ook geen toeval dat ik een opleiding volg tot docent maatschappijleer. Ik ben er nog één of twee jaar mee bezig, denk ik. Het is wel een studie die lastig te combineren is met topsport. Alle inhoudelijke vakken heb ik gemakkelijk gehaald. Het lesgeven, het fysiek aanwezig zijn, is een probleem. Ik moet nog verschillende stageopdrachten uit het derde en vierde jaar doen. Dat komt wel goed. Maar mijn primaire focus voor nu ligt op de mat. En af en toe doe ik er nog iets naast. Voor de Nationale Sportweek heb ik een judoclinic gegeven. Dat is superleuk om te doen. En het is voor een goed doel: kinderen, volwassenen, ouderen inspireren om te sporten en te bewegen. Daar wordt iedereen beter van.”

“Na de Spelen heb ik een adempauze van drie maanden genomen. Dat had ik nodig, de geest was moe. Ik heb veel met vrienden afgesproken en ben twee keer op vakantie geweest. Op een gegeven moment vond ik het wel mooi. Ik ben niet iemand om thuis te zitten. Nu ben ik weer lekker aan het trainen. Ik kijk met een goed gevoel terug op Tokyo. Brons is mooi, maar ik ging voor goud. Dat had gekund. Wat ik echt jammer vind, is dat we als team geen medaille hebben gepakt. We waren zo dichtbij. Dan ga je als judoploeg toch even lekkerder naar huis. We hebben er niet uit gehaald wat erin zat. Soms moet het ook gewoon even meezitten.

De aanloop naar Tokyo was bijzonder. De schrik zat er vanwege corona goed in. Ik was echt supervoorzichtig. Misschien was ik in dat opzicht wel de meest panische van de ploeg. Vanaf acht maanden voor de Spelen heb ik niemand binnen gezien, behalve dan bij het trainen. Ik ben niet naar mijn moeder geweest, ik kwam niet in restaurants en ik sprak niet af bij vriendinnen thuis. Ik ging alleen buiten wandelen met mensen en koffiedrinken op twee meter afstand. Ik wilde hoe dan ook geen corona krijgen. Straks glippen de Spelen nog door je vingers. Je weet ook niet voor wie of wat je moet waken.

Twee mannen of twee vrouwen tegenover elkaar op de mat en dan kijken wie het sterkst is. Dat is judo in zijn puurste vorm, vindt Sanne van Dijke. Alles eromheen is in feite bijzaak. Het publiek miste ze daarom niet in Tokio. Al vond ze het maar wat prettig om haar bronzen medaille met vrienden en familie te vieren tijdens het TeamNL Olympic Festival in Scheveningen. Hoe gefocust ze ook is op zichzelf bij het sporten, maatschappelijk laat ze een heel andere kant van zichzelf zien.

Geboortedatum en -plaats
21 juli 1995, Heeswijk-Dinther

Sport
Judo

Opleiding
Lerarenopleiding

Maatschappelijke inzet

  • Inzet tijdens NOC*NSF Nationale Sportweek – geven clinic
  • Zwerfafval prikken

Deelgenomen aan TeamNL@work-programma
TeamNL@work | Sprekers

Sportieve hoogtepunten

  • Brons bij Olympische Spelen Tokyo 2020
  • Brons op de WK’s van 2021 en 2022
  • Europese titel in 2017 en 2021

Bijzonderheden

  • Marathon van Amsterdam gelopen om geld in te zamelen voor Stichting 113
  • Tijdens corona aanbieden van sportlessen aan mensen uit haar dorp


“Als je je ergert aan alle rommel die je tegenkomt, dan kun je het beter zelf oprapen en verzamelen”

Sanne van Dijke

Maatschappelijke inzet TeamNL

“Het is goed om die kids in beweging te krijgen”

“Iedereen verdient een kans in het leven, ook een tweede”

Wat de sport me heeft gegeven, wat ik geleerd heb, dat wil ik graag doorgeven. Daarom ben ik me nu aan het oriënteren op een maatschappelijke carrière na het sporten. Ik vind het leuk om met jongeren te werken en ze op het goede pad te krijgen én te houden. De afgelopen jaren heb ik me daarvoor ingezet. Ik heb jongeren begeleid die op bijzondere scholen zitten, gericht op kinderen met gedragsproblemen en een moeilijke thuissituatie. Zij zijn eerder in de fout gegaan. Dan ga je met ze praten. ‘Iedereen verdient een tweede kans’, houd ik ze voor. ‘Geloof in jezelf, geloof in je dromen en ga er achteraan.’ Eén jongen die ik begeleid, heeft een serieus crimineel verleden. Nu gaat hij weer naar school. Hij heeft een woning en een bijbaan. Dat geeft voldoening.

Als ik klaar ben met honkbal, wil ik daarmee verder. De groepsprogramma’s TeamNL@work | Personal branding en TeamNL@work | Ondernemen: iets voor jou?, waar ik heb geleerd hoe je jezelf kunt positioneren en profileren, gaan me helpen als ik straks echt voor mezelf aan de slag ga. Daar ben ik ook Celeste Plak tegengekomen, de volleybalster. Samen hebben we bedacht hoe we jongeren in beweging konden krijgen. Daar zijn de Holendrecht Games uit voortgekomen. Jongeren konden allerlei verschillende activiteiten doen. Basketbal, boksen, straathonkbal, zingen. Dat smaakt naar meer.

Maatschappelijk betrokken ben ik altijd geweest. Dat komt voor een deel vanuit mijn jeugd. Als kind kwam ik vaak bij mijn neven in de Bijlmer in Amsterdam. Dat was best een heftige omgeving. Tegelijkertijd zag ik veel jongens en meiden met talent. Ze konden goed voetballen, zingen, dansen of wat dan ook. Op een gegeven moment haakten ze af en gingen ze de verkeerde dingen doen. Zonde! Als je talent hebt, moet je er iets mee doen. Ik heb mijn carrière in het honkbal gevonden en ben zo doorgegroeid. Zo moet het voor iedereen zijn. Ik heb dat altijd in gedachten gehouden: Er is zo veel talent. Als ik ooit in de positie kom dat ik die jongeren kan helpen, dan doe ik dat. Straks, als ik klaar ben met honkballen, stort ik me daar fulltime op. Ik wil mijn verhaal gaan doen bij bedrijven en scholen, over hoe ik heb geleerd om te falen en juist daardoor ben gegroeid en succesvol ben geworden. Daar koppel ik een honkbalclinic aan vast.

Ik ben gevraagd om mij namens TeamNL maatschappelijk in te zetten voor de Gezonde Generatie, een initiatief om in 2040 in Nederland de gezondste jeugd in de wereld te hebben. We zijn naar een aantal scholen geweest en zijn met die leerlingen gaan sporten, lopen, rennen. Het is goed om die kids in beweging te krijgen. Om ze bewust te maken van het belang ervan. Dat is nodig. Wij waren vroeger altijd buiten. Spelen, hutten bouwen, noem maar op. Nu kijken veel kids de hele dag op hun telefoon of ze zijn aan gamen met cola en roze koeken of appelflappen. Eén jongen had vier blikjes Red Bull bij zich. Ik zei: ‘Wat ga je daarmee doen?’ ‘Opdrinken.’ ‘Niet allemaal vandaag toch?’ ‘Jawel, iedere dag voor drie uur ’s middags zijn ze op.’ Ongelooflijk. Mijn eigen kinderen krijgen doordeweeks geen zoetigheid. Ze moeten niet aan suikers wennen, dat is een killer. Ik wil dat ze gezond opgroeien. Die wens heb ik voor alle kinderen. Daarom moeten we ze een goede basis bijbrengen.”

Geboortedatum en -plaats
25 augustus 1986, Den Haag

Sport
Honkbal

Werkervaring
Coach, leraar en personal trainer en motivational speaker als zzp’er

Maatschappelijke inzet
Coach, trainer, spreker en begeleider kinderen met problemen

Deelgenomen aan TeamNL@work-programma

  • TeamNL@work | Personal branding
  • TeamNL@work | Ondernemen: iets voor jou?

Sportieve hoogtepunten

  • Wereldkampioen in 2011
  • Europees kampioen in 2016
  • Andruw Jones binnenslaan tijdens de World Baseball Classic 2013

Bijzonderheden

  • Vader en Europees kampioen op één dag
  • Initiatief met Celeste Plak om kinderen in beweging te krijgen – Holendrecht Games
  • Actief namens TeamNL voor de Gezonde Generatie

“Honkbal heeft me veel gegeven, dat wil ik doorgeven”

“Honkbal heeft me veel gegeven. In de eerste plaats plezier. Het is een fantastische sport. Daarnaast heb ik van alles mogen meemaken. Maar ik ben nog niet klaar. Ik wil nog twee of drie jaar door. Kijk ik nu al achterom, dan zie ik een mooie topsportcarrière. Ik kijk daar met trots naar. En met een glimlach. Op mijn negentiende tekende ik een profcontract bij Seattle Mariners. Een droom die uitkwam, ik was zo trots als een pauw. Het WK honkbal winnen met Nederland in 2011 was een absoluut hoogtepunt. Net als Andruw Jones binnenslaan tijdens de World Baseball Classic 2013 dat was. Toen was hij mijn teamgenoot, vroeger hing hij boven mijn bed. Dat je op een dag samen met je idool in een team speelt, dat is kippenvel. De geboorte van mijn zoon was dat ook. Dat was op dezelfde dag als de finale van het EK honkbal in 2016. Gelijk na de geboorte reed ik met 160 kilometer per uur van Den Haag naar Hoofddorp, waar de finale werd gespeeld. De zesde inning was al bezig toen ik aankwam. Het publiek gaf me een staande ovatie. Even later waren we Europees kampioen. Een onvergetelijke ervaring.

Na een mooie carrière in het buitenland bij clubs als Seattle Mariners, San Diego Padres, Texas Rangers en Québec Capitales, keerde honkballer Kalian Sams in 2019 terug naar Nederland. Hij tekende een contract bij L&D Amsterdam Pirates en won twee keer achter elkaar de Holland Series. Sams is altijd maatschappelijk betrokken geweest. Het geeft hem voldoening om jongeren te begeleiden en ze te helpen het beste uit zichzelf te halen. Na zijn honkbalcarrière gaat hij daar fulltime mee aan de slag.

Kalian Sams

Maatschappelijke inzet TeamNL

“Het is te gek als mensen gaan sporten, zien dat het kan en een glimlach op hun gezicht krijgen”

“Ik wil sport voor iedereen toegankelijk maken”

Het idee was om met Beijing 2022 mijn sportcarrière af te sluiten. Inderdaad, in de sneeuw. Na Rio heb ik me toegelegd op zitskiën. Ik wilde de eerste Nederlandse paralympiër worden met een medaille op zowel de Zomer- als de Winterspelen. Het werd een teleurstelling. Ik kwam voor drie medailles en ging er met nul naar huis. De kater was en is enorm. Ik plak er nu nog een paralympische cyclus aan vast. Dat had ik eigenlijk voor de Spelen al besloten. Wat ik nu doe, vind ik het mooiste wat er is. Ik reis over de wereld en mag op de mooiste plekken skiën. En ik merk dat ik nog steeds beter word. Ik zou wel gek zijn als ik mijn kantoor in de sneeuw zou opgeven voor een kantoor met vier muren. Een belangrijke overweging is ook dat ik als topsporter anderen kan inspireren om te gaan sporten. Of je nu een beperking hebt of niet, ik vind dat iedereen moet kunnen sporten. Het is leuk, het houdt je fit en het geeft je energie. Je leven wordt er rijker en beter van.

Via TeamNL@work heb ik het groepsprogramma Personal branding gevolgd. Je kijkt dan naar jezelf als merk. Wat vind je belangrijk, hoe wil je jezelf verkopen, waar kom je je bed voor uit? Ik wil sport voor iedereen toegankelijk maken en zo veel mogelijk mensen aan het sporten en bewegen krijgen. De een heeft daar een duwtje voor nodig, de ander een schop onder zijn kont. Als ik naar mezelf kijk, laat ik me door niks tegenhouden. Naast het trainen op Papendal, waar ik drie dagen in de week zit, train ik ook op een sportschool in Rotterdam. Daar hadden ze nog nooit iemand met een rolstoel gezien. ‘Wat kom jij doen?’, klonk het dan. ‘Wat dacht je? Sporten.’ Nu is iedereen het gewend. Ik doe gewoon aan alles mee, bodypumpen, yoga, boksen. En als ik een oefening niet kan doen, verzin ik wel wat anders. Bokstraining is zo lekker. Jezelf een uur lang helemaal leeg rammen. En blijven nadenken, ook als je niet meer kunt. Links, rechts, uppercut. Op een gegeven moment weet je niet meer hoe het zit. Je moet blijven focussen.

Om mijn steentje bij te dragen en zo veel mogelijk mensen aan het sporten te krijgen, ben ik ambassadeur geweest van verschillende initiatieven en stichtingen. Wings for Life, een initiatief dat geld ophaalt voor onderzoek naar dwarslaesies, vind ik echt een fantastisch evenement. Op één dag in het jaar wordt er over de hele wereld op precies hetzelfde moment hardgelopen. In Nederland starten we bijvoorbeeld om één uur ’s middags. In Australië is het dan al donker en lopen ze met een lampje. Het leuke is ook dat je je niet opgeeft voor een afstand. Je start en na een halfuur gaat de finishlijn in de vorm van een auto rijden. Als die je inhaalt, heb je de finish gehaald en ben je klaar. In Nederland was het altijd in Breda. Dat was echt gaaf. Op het plein in het centrum had je een groot scherm en kon je andere lopers van over de hele wereld volgen. Je voelde je verbonden met elkaar. Door corona is het event vervallen, nu kun je het met een app doen.

Verbondenheid voel ik ook bij de Dirk Kuyt Foundation. Sinds 2016 ben ik ambassadeur, en sinds kort bestuurslid. We maken sporten voor mensen met een beperking bereikbaar. Het is te gek als mensen gaan sporten, zien dat het kan en een glimlach op hun gezicht krijgen. Dat ik bestuurslid ben geworden, vind ik verrassend. Ik dacht altijd: Als je gaat besturen, duurt het heel lang voor er wat gebeurt. En je moet politiek correct zijn. Dat zijn niet mijn sterkste kanten. Ik ben een flapuit en recht voor z’n raap. Hop hop hop, kunnen we even doorpakken?! Door het groepsprogramma Internationaal besturen van TeamNL@work ben ik er net iets anders over gaan denken. Dat was heel leuk en leerzaam. Ik weet nu iets beter wat besturen inhoudt. Daardoor heb ik me ook aangemeld voor de NOC*NSF Atletencommissie. In maart 2022 ben ik gekozen. Ik heb Communicatie en Paralympisch in mijn portefeuille zitten. In de loop der jaren heb ik veel kennis en ervaring opgedaan. Dat wil ik graag teruggeven aan de sport.”

“In 2006 ging het fout. Ik had een motorongeluk en liep een dwarslaesie op. Het eerste wat ik dacht, was: Als ik maar kan blijven sporten, dan komt het wel goed met me. Sport is mijn lust en mijn leven. Voor mijn ongeluk deed ik aan polsstokhoogspringen, op nationaal niveau. Ik trainde zes dagen in de week. Een machtig mooie sport. De stok in het gat, de spanning die zich opbouwt, de zwiep over de lat en dan… de vrije val naar beneden. Het wereldrecord bij de mannen staat op 6,21 meter. Dan ben je echt even onderweg. Heerlijk. Na mijn ongeluk ben ik gaan uitzoeken welke sport ik kon gaan doen en wat ik leuk vond. Dat werd rolstoelbasketbal. Al snel ging het vrij goed. Mijn coach vroeg: ‘Zal ik je voorstellen aan het Nederlands team?’ Dan zeg ik geen nee natuurlijk. Dan ga ik er alles aan doen om erbij te komen. Kom maar op! In 2008 ging ik naar de Spelen van Beijing. Daarna volgden Londen en Rio, waar we beide keren brons wonnen.

De paralympische droom van Barbara van Bergen is om als eerste Nederlandse paralympiër een medaille te halen op zowel de Zomer- als de Winterspelen. De zomer is gecoverd. In Londen en Rio won ze brons met het Nederlands rolstoelbasketbalteam. In de sneeuw lukte het vooralsnog net niet. Bij het zitskiën in Beijing greep ze drie keer naast de medailles. Dat kwam hard aan, maar ze gaat door. Het woord opgeven kent ze niet. Tegelijkertijd zet ze zich in om sport toegankelijk te maken voor iedereen. Want van sport wordt je leven rijker en beter.

Geboortedatum en -plaats
9 juni 1978, Rotterdam

Sport
Alpineskiën (voorheen rolstoelbasketbal)

Werkervaring
Lid NOC*NSF Atletencommissie (portefeuilles Communicatie en Paralympisch)

Maatschappelijke inzet

  • Zet zich in om sport toegankelijk te maken voor iedereen
  • Ambassadeur (geweest) van verschillende initiatieven en stichtingen
  • Bestuurslid (en daarvoor sinds 2016 ambassadeur) Dirk Kuyt Foundation

Deelgenomen aan TeamNL@work-programma

  • TeamNL@work | Personal branding
  • TeamNL@work | Internationaal besturen

Sportieve hoogtepunten
Tweemaal olympisch brons bij de Spelen van London 2012 en Rio 2016

Bijzonderheden

  • Hield aan een motorongeluk in 2006 een dwarslaesie over
  • De paralympische droom van Barbara van Bergen is om als eerste Nederlandse paralympiër een medaille te halen op zowel de Zomer- als de Winterspelen

“Hop hop hop, kunnen we even doorpakken?!”

Barbara van Bergen

Maatschappelijke inzet TeamNL