de volgende carrière

“Als sportarts een groot toernooi meemaken, lijkt me prachtig”

“Als ik korte dagen maakte en er langer over deed, was dat prima”

Die overtuiging had ik al wel bij mijn keuze voor een studie naast het sporten. Dat werd Geneeskunde. Ik wilde concreet iets voor mensen kunnen betekenen. Opereren, iets met je handen doen, leek me ook wel wat. Ik wist dat het een lastige studie was om te combineren met topsport, vanwege de verplichte uren en de vele praktijkmomenten die je hebt. Maar een alternatief was er niet. Dit was wat ik wilde. Mijn dagen waren volgepland: trainen, studeren, trainen, studeren, slapen. Met trainen was ik gauw dertig uur in de week bezig. Met mijn studie dertig uur. Ik heb het nooit als vervelend ervaren. Ik wilde het zelf graag. Op die leeftijd bruis je van de energie. Je kunt wel wat hebben. En als het iets langzamer gaat dan bij reguliere studenten, is het ook niet erg.

Uiteindelijk heb ik elf jaar over mijn studie gedaan. De meeste vertraging heb ik opgelopen met coschappen. Dat was vaak lastig te plannen in combinatie met topsport. Met coschappen ben je net als bij het turnen fysiek bezig. Dat samen is net even te veel. Zeker voor belangrijke wedstrijden en toernooien. Theorie is een kwestie van stampen, dat ging beter in combinatie met topsport. Tegelijkertijd moet ik erbij zeggen dat er veel begrip voor me was. Zowel vanuit mijn studie als vanuit de artsen met wie ik werkte. Het was nooit een probleem als ik kortere dagen maakte en er daardoor langer over deed. Ze keken vaak naar mijn topsportplanning en hielden daar rekening mee met het opstellen van de roosters. Dat was superfijn.

De chirurgische kant ga ik uiteindelijk toch niet op. Ik ga me specialiseren in Sportgeneeskunde. De opleiding daarvoor bestaat vooral uit werkervaring opdoen op verschillende afdelingen, zoals cardiologie, longgeneeskunde en orthopedie. Ik heb er ontzettend veel zin in. Het is een brede opleiding waarmee je veel kanten op kunt. Wat me trekt in Sportgeneeskunde, is preventie. Sporten en bewegen spelen daarbij een belangrijke rol en leveren veel gezondheidsvoordelen op. Topsportbegeleiding zou ook kunnen. Als sportarts een groot toernooi meemaken, lijkt me prachtig. Dat is wellicht iets voor later. En de fysiologische kant van Sportgeneeskunde spreekt me aan.

Plezier in wat ik doe, vind ik belangrijk. Bij topsport zat dat ’m in jezelf ontwikkelen. In steeds een stapje beter worden en daar alles voor over hebben. In mijn nieuwe leven als sportarts ga ik anderen helpen om kleine stapjes te zetten. Bijvoorbeeld om na een blessure goed en snel te herstellen, zodat iemand snel de draad weer kan oppakken. Dat geeft voldoening. Wat de praktijk me gaat brengen, zal blijken. De transitie naar mijn volgende carrière is begonnen. Wat me hierbij helpt, is mijn ervaring als topsporter en de kwaliteiten die daarmee samengaan. Omgaan met tegenslagen, doelen stellen, plannen, geduld kunnen opbrengen. Niet alles kan op één dag.”

“Als je thuisblijft, kan het gaan knagen. Wat nou als ik tóch was gegaan? Nu weet ik dat er echt niet meer in zat in Tokio. Ik heb alles gegeven. Met mijn oefening was ik tevreden. Ik had zelfs een euforiemomentje na afloop. Alsof ik een wedstrijd had gewonnen. Ik denk dat ik opgelucht was dat ik mijn turncarrière op een waardige manier heb kunnen afsluiten. Terugkijkend was London 2012 het hoogtepunt. Daar heb ik mijn beste oefening ooit geturnd, met een combinatie van drie vluchtelementen achter elkaar. Dat was uitzonderlijk. Iedereen wist dat ik het ging doen, maar of het zou lukken? Je voelde de spanning. Dat je het dan precies op dat moment waarmaakt, is mooi.

Wat me heeft geholpen, was een cruciale fout in de olympische finale in Beijing vier jaar eerder. Dat was een kantelpunt in mijn carrière. Tot die tijd lukte het aardig op de training, maar in de wedstrijd kwam het er nooit helemaal uit. Ook niet in die finale. Ik turnde te behoudend en twijfelde of ik een moeilijke sprongcombinatie zou doen. Ik liet die kans liggen. Daarna glipte de rekstok uit mijn handen. Het was niet de oefening die ik in mijn hoofd had. Ik dacht: Dat gaat me niet nog een keer gebeuren. Van die mindset heb ik veel profijt gehad in de rest van mijn topsportcarrière. Als je iets doet, doe het met overtuiging.

In Tokio kwam zijn topsportcarrière ten einde. Epke Zonderland turnde er zijn laatste oefening. Drie keer werd hij wereldkampioen aan de rekstok, in 2012 in Londen werd hij olympisch kampioen. Die dag maakt zowel vanwege de historische oefening als het commentaar erbij – “En hij stáát!” – voor altijd deel uit van het Nederlandse collectieve geheugen. Nu is het tijd voor een nieuwe carrière. Na zijn studie Geneeskunde gaat hij zich specialiseren als sportarts. Mensen helpen, concreet iets voor iemand kunnen betekenen, dat vindt hij mooi.

Epke Zonderland

“Concreet iets voor mensen betekenen geeft voldoening”

“Als sportarts een groot toernooi meemaken, lijkt me prachtig”

“Als ik korte dagen maakte en er langer over deed, was dat prima”

Die overtuiging had ik al wel bij mijn keuze voor een studie naast het sporten. Dat werd Geneeskunde. Ik wilde concreet iets voor mensen kunnen betekenen. Opereren, iets met je handen doen, leek me ook wel wat. Ik wist dat het een lastige studie was om te combineren met topsport, vanwege de verplichte uren en de vele praktijkmomenten die je hebt. Maar een alternatief was er niet. Dit was wat ik wilde. Mijn dagen waren volgepland: trainen, studeren, trainen, studeren, slapen. Met trainen was ik gauw dertig uur in de week bezig. Met mijn studie dertig uur. Ik heb het nooit als vervelend ervaren. Ik wilde het zelf graag. Op die leeftijd bruis je van de energie. Je kunt wel wat hebben. En als het iets langzamer gaat dan bij reguliere studenten, is het ook niet erg.

Uiteindelijk heb ik elf jaar over mijn studie gedaan. De meeste vertraging heb ik opgelopen met coschappen. Dat was vaak lastig te plannen in combinatie met topsport. Met coschappen ben je net als bij het turnen fysiek bezig. Dat samen is net even te veel. Zeker voor belangrijke wedstrijden en toernooien. Theorie is een kwestie van stampen, dat ging beter in combinatie met topsport. Tegelijkertijd moet ik erbij zeggen dat er veel begrip voor me was. Zowel vanuit mijn studie als vanuit de artsen met wie ik werkte. Het was nooit een probleem als ik kortere dagen maakte en er daardoor langer over deed. Ze keken vaak naar mijn topsportplanning en hielden daar rekening mee met het opstellen van de roosters. Dat was superfijn.

De chirurgische kant ga ik uiteindelijk toch niet op. Ik ga me specialiseren in Sportgeneeskunde. De opleiding daarvoor bestaat vooral uit werkervaring opdoen op verschillende afdelingen, zoals cardiologie, longgeneeskunde en orthopedie. Ik heb er ontzettend veel zin in. Het is een brede opleiding waarmee je veel kanten op kunt. Wat me trekt in Sportgeneeskunde, is preventie. Sporten en bewegen spelen daarbij een belangrijke rol en leveren veel gezondheidsvoordelen op. Topsportbegeleiding zou ook kunnen. Als sportarts een groot toernooi meemaken, lijkt me prachtig. Dat is wellicht iets voor later. En de fysiologische kant van Sportgeneeskunde spreekt me aan.

Plezier in wat ik doe, vind ik belangrijk. Bij topsport zat dat ’m in jezelf ontwikkelen. In steeds een stapje beter worden en daar alles voor over hebben. In mijn nieuwe leven als sportarts ga ik anderen helpen om kleine stapjes te zetten. Bijvoorbeeld om na een blessure goed en snel te herstellen, zodat iemand snel de draad weer kan oppakken. Dat geeft voldoening. Wat de praktijk me gaat brengen, zal blijken. De transitie naar mijn volgende carrière is begonnen. Wat me hierbij helpt, is mijn ervaring als topsporter en de kwaliteiten die daarmee samengaan. Omgaan met tegenslagen, doelen stellen, plannen, geduld kunnen opbrengen. Niet alles kan op één dag.”

“Als je thuisblijft, kan het gaan knagen. Wat nou als ik tóch was gegaan? Nu weet ik dat er echt niet meer in zat in Tokio. Ik heb alles gegeven. Met mijn oefening was ik tevreden. Ik had zelfs een euforiemomentje na afloop. Alsof ik een wedstrijd had gewonnen. Ik denk dat ik opgelucht was dat ik mijn turncarrière op een waardige manier heb kunnen afsluiten. Terugkijkend was London 2012 het hoogtepunt. Daar heb ik mijn beste oefening ooit geturnd, met een combinatie van drie vluchtelementen achter elkaar. Dat was uitzonderlijk. Iedereen wist dat ik het ging doen, maar of het zou lukken? Je voelde de spanning. Dat je het dan precies op dat moment waarmaakt, is mooi.

Wat me heeft geholpen, was een cruciale fout in de olympische finale in Beijing vier jaar eerder. Dat was een kantelpunt in mijn carrière. Tot die tijd lukte het aardig op de training, maar in de wedstrijd kwam het er nooit helemaal uit. Ook niet in die finale. Ik turnde te behoudend en twijfelde of ik een moeilijke sprongcombinatie zou doen. Ik liet die kans liggen. Daarna glipte de rekstok uit mijn handen. Het was niet de oefening die ik in mijn hoofd had. Ik dacht: Dat gaat me niet nog een keer gebeuren. Van die mindset heb ik veel profijt gehad in de rest van mijn topsportcarrière. Als je iets doet, doe het met overtuiging.

In Tokio kwam zijn topsportcarrière ten einde. Epke Zonderland turnde er zijn laatste oefening. Drie keer werd hij wereldkampioen aan de rekstok, in 2012 in Londen werd hij olympisch kampioen. Die dag maakt zowel vanwege de historische oefening als het commentaar erbij – “En hij stáát!” – voor altijd deel uit van het Nederlandse collectieve geheugen. Nu is het tijd voor een nieuwe carrière. Na zijn studie Geneeskunde gaat hij zich specialiseren als sportarts. Mensen helpen, concreet iets voor iemand kunnen betekenen, dat vindt hij mooi.

de volgende carrière

Geboortedatum en -plaats
16 april 1986, Lemmer

Sport
Turnen (gestopt)

Opleiding
Geneeskunde

Werkervaring
Werkzaam bij Sportgeneeskunde Friesland in Sportstad Heerenveen

Maatschappelijke inzet
Ambassadeur voor 100%DopeFree, Ronald McDonald Hoeve en Sports For Children

Sportieve hoogtepunten

  • Olympisch kampioen op rekstok in 2012

  • Wereldkampioen op rekstok in 2013, 2014 en 2018

  • Europees kampioen op rekstok in 2011, 2014 en 2019

  • Achttien keer eerste op rekstok bij World Cup

Bijzonderheden

  • Is in 2012 koninklijk onderscheiden (Ridder in de Orde van Oranje-Nassau)

  • Werd uitgeroepen tot Sportman van het Jaar in 2009, 2011, 2012 en 2013

  • Heeft een wassen beeld in Madame Tussauds

  • Voorbereiding London 2012 is vastgelegd in de documentaire Operatie Zonderland (klik hier voor de documentaire)

“Concreet iets voor mensen betekenen geeft voldoening”

Epke Zonderland